Juridische aspecten bij het beëindigen van je relatie
WAT ALS JE GEHUWD BENT

Huwelijksvermogenstelsel

 

 

Huwelijksvermogenstelsel

Een echtscheiding heeft gevolgen voor je vermogen. Bij het begin van een huwelijk of tijdens een huwelijk kunnen (toekomstige) echtgenoten afspraken maken over hun goederen. Dit gebeurt door middel van een huwelijkscontract (art. 1387-1474 B.W.).

Doe je dit niet, dan geldt het zogenaamde wettelijk stelsel (art. 1398-1450 B.W.) en worden de goederen bij een echtscheiding sowieso volgens dit stelsel verdeeld. Het wettelijk stelsel houdt in dat het vermogen (zowel bezittingen als schulden) dat echtgenoten reeds bezaten voor het huwelijk ‘eigen’ blijft, dit wil zeggen van elk van hen. Alles wat tijdens het huwelijk wordt verworven (zowel inkomsten als schulden) behoort aan beide echtgenoten. Schenkingen of erfenissen die een van beide echtgenoten tijdens het huwelijk krijgt, blijven dan weer exclusief eigendom van die echtgenoot. Het wettelijke stelsel kent hierdoor drie vermogens (het eigen vermogen van elk van beide echtgenoten en het gemeenschappelijke vermogen).

Kies je wel voor een huwelijkscontract, dan stelt de wet twee basisstelsels voor:

1. Het stelsel van volledige scheiding van goederen (art. 1466-1469 B.W.): alles verworven voor en tijdens het huwelijk blijft gescheiden en is eigendom van de echtgeno(o)t(e) die het verworven heeft.
2. Het stelsel van volledige gemeenschap van goederen: dit houdt in dat alle inkomsten en schulden, verworven voor en tijdens het huwelijk, aan beide echtgenoten toebehoren.

Deze twee stelsels vormen een basis maar elk paar kan een eigen huwelijkscontract opstellen waarbij men de keuze heeft welke clausules men wil en niet.
Men beschikt met andere woorden over een ruime keuzevrijheid.

Het huwelijkscontract kan in de loop van het huwelijk worden aangepast.

Om een huwelijkscontract te laten opstellen of te wijzigen, doe je beroep op een notaris. Natuurlijk kan een advocaat nuttig advies verlenen over de inhoud.

terug
druk af